De eerste stadsmuur is in 1200 gebouwd om de markt te verdedigen. De muur telde enkele water- en landpoorten. De rivier eromheen functioneerde als stadsgracht. Eind 1200 zijn ze buiten deze stadsmuur gaan bouwen. Dus moest er een nieuwe muur komen. Ze besloten meteen een nieuwe stadsgracht te graven. Met de grond die daarbij vrijkwam, wordt de grond binnen de muur opgehoogd. Aan het einde van 1400 kregen ze nieuwe wapens, zoals zware kanonnen en het buskruit werd uitgevonden, met gevolg dat de oude dunne stenen muren niet meer sterk genoeg waren. Weer werd deze muur aangepast.

 

De muren werden verlaagd en er werden aarden wallen aangelegd. Dat is een heuvel van zand met daarvoor een muur. Dit kon wel de kanonnen of het buskruid tegenhouden. Daarnaast worden bastions met bunkers gebouwd. Deze bunkers hebben geen dode hoeken en kunnen goed worden verdedigd met kanonnen.

 

Je had muren die waren 7,5 meter hoog. Op de brede muren werden een meter onder de kantel smalle straatjes aangelegd voor de soldaten. Deze noem je weergangen. Om stenen te sparen werden in deze muren spaarbogen gemaakt. In deze bogen leefde vaak straatarme Bosschenaren. De muren werden voorzien van toren, zij dienden om een breder schootsveld te creëren, en om de eigen stadsmuren te verdedigen. Vooral in 1500 werden op de brede muren aardewallen aangebracht. Tegelijkertijd werden de weergangen gesloopt. De 23 halfronde muurtoren werden verlaagd en

omgebouwd tot rondeel, deze rondelen waren ruimer en steviger en daarom beter geschikt voor het gebruik van het zware geschut. Een rondeel is even hoog als de stadsmuur. Geldgebrek en minder grote vijandelijke dreiging leiden tot het niet meer verbeteren en vernieuwen van de muur.

 

 

Korstmossen groeien op de vestigingsmuur. Deze mossen bestaan uit algen en schimmels. Ze leven alleen van vocht en licht.

Daarnaast leven er ook nog gele bloeiende Grote zandkool voor. In de muur bevinden zich spleten, kieren en gaten die een ideale verblijfplaats bieden voor spinnen, pissebedden en zelfs padden.

Een andere muurplant is de Gele helmbloem. Op de zwarte basaltblokken vormen de grote pollen met gele bloemen een mooi uitzicht. De gele helmbloem bloeit van mei tot in de herfst. De bloem is alleen te vinden op oude muren, en andere stenige plekjes.

Ook is er klein glaskruid te vinden. Deze bloeit van mei tot oktober. De zaden worden door mieren versleept en komen zo in de voegen van oude muren te recht.